
MVC Ronse groeide uit van een mak lammetje tot een brullende leeuw. Foto Dominique Lampo.
De minivoetbalcompetitie op het allerhoogste niveau zit er op. Opel Haeck Drongen ging met de titel lopen en in een sfeervol Bourgoyen pakte Synergie Domino Oudenaarde de titel. Later deze maand worden in Aalter nog jeugdfinales minivoetbal afgewerkt, maar voor de topklassers is het tijd om hun evaluatie over het voorbije seizoen te maken. Met Kantine 11 hebben wij intussen ook het laatste oordeel klaar.
Huize Goossens Appels. Teleurstelling. Appels wist dat het voor een moeilijk seizoen stond, maar een degradatie stond zeker niet in het scenario dat voorzitster Arlette Van Mele in gedachten had. De competitie begon nochtans schitterend met 5-4-winst tegen Hard Labeur Nazareth op de eerste speeldag, maar het zou bij die ene overwinning blijven. Het uitvallen van Bjorn Caryn was natuurlijk een streep door de de rekening en blessurelast zou de club wel vaker parten spelen. Appels toonde week na week veel veerkracht en bood telkens een degelijke repliek, maar punten pakken zat er niet in. Het maakte van de nood ook een deugd en veel jeugdspelers kregen kans in de eerste ploeg. De club kon zich wel warmen aan een plaatsje in de finale van de U13 en zeker weten dat ze er bij Appels alles zullen aan doen om terug te keren naar eerste nationale.
Traiteur Neerhof Puskas Ardooie. Missie geslaagd. Traiteur Neerhof Puskas Ardooie hoopte op een rustig seizoen en het behoud. Op de eerste speeldag liet het in Kortemark zien dat het klaar was voor de strijd. Het liet een 5-5-gelijkspel optekenen. Op speeldag 3 won het bij Ronse met 6-7 en na een ruime 10-3-zege op speeldag 4 leek Ardooie probleemloos op het behoud af te stevenen. Na die 7 op 12 ging de motor aan het sputteren, maar na 9-5-winst eind januari in de zespuntenwedstrijd tegen Ronse leek de weg naar het behoud geplaveid. Niet dus. Op de slotdag kreeg het de punten cadeau van de buren van Kortemark en weerklonk er een diepe ‘oef’ bij Diego Verbauwheede en co.
San Siro Deftinge. Houdini of toch niet? Op de persvoorstelling bij de start van het seizoen voorspelde voorzitter Yves Spileers dat zijn ploeg door de afwezigheid van smaakmaker Brecht Van De Wattijne een moeilijke start van het seizoen wachtte. Het bleek er ‘boenk’ op. De titelhouder en bekerwinnaar bleef in de heenronde in de middenmoot hangen en rond Nieuwjaar waren de play-offs ver weg. Het knokte evenwel terug, maar in Elsegem leek de ploeg van coach De Vlaminck veertig seconden voor het einde van de wedstrijd een kruis te mogen maken over de play-offs. In een knotsgekke slotfase won het die wedstrijd nog en op de slotdag verzekerde het zich alsnog van de play-offs. Deftinge leek wel de Houdini van het minivoetbal. Maar in de play-offs bleek het onvoldoende gewapend om Oudenaarde het vuur aan de schenen te leggen en na de eerste speeldag was het al ‘game over’. Het bekerparcours mocht er wel wezen, maar het botste in de halve finale op een Ronse in vorm. Zeker weten dat Deftinge volgend seizoen wil rechtveren.
MVC Opel Haeck Drongen. Dikke duim. Drongen hoorde de voorbije jaren wel altijd in het rijtje titelfavorieten thuis of was toch steeds een stevige outsider. Maar het werd ook een beetje de Poulidor van het minivoetbal de voorbije jaren. Oerdegelijk, abonnee op de play-offs, maar steeds net niet. Dit seizoen liet het van bij de start van het seizoen attractief minivoetbal zien. Ondanks het uitvallen van Liam Prez en Quincy Ponjaert bleef het sterk spelen. Lenn D’haene bleek een goudhaantje voor het team van afscheidnemend voorzitter Eddy De Moor, Ilias El Malqui het geslepen vosje dat vaak op de juiste momenten opdook en Maxim Maes de ontdekking van het seizoen. Spreken doet ie enkel met de voeten, maar dat doet hij met veel bravoure. Voeg daar ook nog Inaki Van Der Cruyssen aan toe en je hebt een ploeg die altijd ver raakt. De titel hebben ze zeker niet gestolen en in de beker botsten ze op een sterk Hard Labeur Nazareth.
Kassani Elsegem. Revelatie. Kassani Elsegem werd de revelatie in eerste nationale. Glenn Labie en Valentin Romont zijn natuurlijk gepokt en gemazeld in het minivoetbal, maar vooral Ossama Msili was de ontdekking bij Elsegem. Dribbelsterk, stevig op zijn pootjes, onvoorspelbaar. Elsegem klopte op de eerste speeldag Synergie Domino Oudenaarde, gaf San Siro Deftinge een veeg uit de pan en ging winnen op Oudenaarde. In januari zorgde het ook nog voor een stunt door in Erwetegem te gaan winnen. In het slot van de competitie liep het wat stroever en pakte het naast een eindrondeticket, maar het was toch een ‘dik’ seizoen voor Elsegem. En gezien de vele transfers willen ze doorgroeien tot een echte topploeg.
Indulek Doltcini Erwetegem. Sterk, maar weggezakt. Erwetegem plukte in het tussenseizoen bij de buren van San Siro Deftinge coach Frederick De Pessemier weg. Die had met Deftinge net de dubbel gepakt en moest een toegevoegde waarde worden voor de club. Met heel beweeglijke spitsen als Lorenzo Vanhoolandt en Jonathan Ulens deed het veel tegenstanders pijn en pakte het meteen de ‘pole position’. In het slot van de competitie liep het door wat blessures toch wat stroever en daardoor speelde het de bonuspunten kwijt. In de beker liet het zich verrassen door Kassani Elsegem. Met een gehavende ploeg zat er tegen Drongen meer in op de eerste speeldag van de play-offs, maar het draaide anders uit. Dave Dubelloy is er de man niet naar om bij de pakken te blijven zitten en zijn ploeg zal volgend seizoen de puntjes zeker op de i willen zetten.
MVC KBC Kortemark. Te weinig. Geert Seynaeve hoopt al jaren zijn ploeg te zien uitgroeien tot een topper en hoewel hij zich uit de naad werkt voor zijn ploeg blijft Kortemark eerder een middenmoter. In de competitie was wisselvalligheid troef en rond Nieuwjaar was al duidelijk dat de kans op een plaatsje in de play-offs niet zo groot was. Focus op de beker dan maar en daar werd het in Deftinge een fel betwist duel waarin de ploeg van Yves Spileers finaal aan het langste eind trok.
AZ’77 Maldegem. Het mocht een beetje meer zijn. Bij de slager mag het af en toe een beetje meer zijn en dat mocht het ook bij de roodblauwen van coach Jo De Meyer. Wisselvalligheid troef. Het maakte de toppers het leven zuur, maar verloor wel tegen staartploegen als Ronse en Sint-Gillis-Waas. Zo kwam het in de slotfase van de competitie toch nog in nauwe schoentjes, maar winst tegen Ardooie zorgde ervoor dat Maldegem zijn plaatsje bij de grote jongens behoudt. Maldegem blijft wel een garantie voor aanvallend minivoetbal, al snakt het naar de hoogdagen van weleer met kleppers als Geert Troch, Jan Cools en Dirk Verdonck.
Hard Labeur Nazareth. Net niet. De voorbije jaren groeide Hard Labeur uit tot een subtopper in eerste nationale. Het proefde van een bekerfinale en die honger zagen we duidelijk terug bij Hard Labeur. Ten koste van Drongen stootte het door naar de halve finale en daar moest het maar nipt de duimen leggen voor Synergie Domino Oudenaarde, de latere bekerwinnaar. De competitie begon met een valse noot. Het verloor met 5-4 bij Appels. Kevin Tollebeke schurkte met zijn ploeg de hele competitie tegen de top vier aan, maar kwam nooit echt in koers voor de play-offs. ‘Net niet’ is het etiket dat we dan ook op Nazareth kleven. Stug is de ploeg wel, geslepen ook, maar de aansluiting met de echte toppers heeft het nog niet gemaakt.
Synergie Domino Oudenaarde. Meer dan geslaagd. Het is een huizenhoog cliché, maar de bekerfinale winnen is de natte droom van elke minivoetballer. Afgelopen vrijdag mocht het team van Davy Joye de beker in de lucht duwen en dat was toch wel de kers op de taart. Kwaliteit heeft het team van coach Hendrik Glorieux in overwicht, en het heeft ook de breedste spelerskern, maar in minivoetbal is dit geen garantie op prijzen. Joye voegde een stuk winnaarsmentaliteit aan zijn ploeg toe en dat maakte hen tot een quasi niet te kloppen blok. Drongen kraakte dan toch het DNA van Oudenaarde. In de bekerfinale rechtte de ploeg de rug. Lorenzo Berwouts schudde het missen van de titel van zich af, Lowie Pauwels liet Bourgoyen genieten van een heerlijke ‘rabona’ en de rest van de ploeg speelde een ‘klinische’ wedstrijd tegen een gerijpt Ronse.
MVC Alliance Sportive Ronse. Ronse begon de competitie als een mak lammetje, maar eindigde die als een brullende leeuw. Blessures zorgden voor een dramatische heenronde voor de ploeg van de familie Mahli en zelfs na de terugkeer van enkele gevestigde waarden sprokkelde het moeizaam de puntjes bij elkaar. Coach Mohamed Laghbali bracht meer discipline in het frivole minivoetbal van Ronse. Een fraaie inhaalrace werd niet beloond met rechtstreeks behoud, maar via de play-offs redde het wel zijn vel. Ronse bleek collectief sterk, maar vooral Ishakson Mahli speelde zich vaak in de kijker. Negentig procent door zijn grote klasse en uitmuntende techniek, tien procent door zijn korte lontje. Maar voor zo’n spelers kies je op een kille herfstavond voor een potje minivoetbal. Ook de supporters van Ronse zorgen voor een nieuwe wind in het minivoetbal. De sport leeft daardoor wel in die regio.
Mini Sint-Gillis-Waas. Hakken over de sloot. Karel De Mol begon het seizoen toch niet zonder ambitie. Dicht bij de top vier aanleunen leek geen ‘mission impossible’. Het begon de competitie met een hoopgevend 3-3-gelijkspel tegen Drongen, maar snel werd duidelijk dat de Waaslanders de hoge verwachtingen niet konden inlossen. Na een 1 op 15 was het duidelijk dat er voor Bram Mennes en co geen hoofdrol was weggelegd. Sint-Gillis-Waas bleef ook dit seizoen een typische thuisploeg. Zestien van de twintig punten behaalde het voor eigen publiek. Door de tegenvallende resultaten van Huize Goossens Appels en MVC Ronse in de heenronde leek het niet in nauwe schoentjes te komen, maar de fraaie tweede ronde van Ronse zorgde dat de club toch met een bang hartje het competitieslot tegemoet ging. Op de slotdag was het maar wat blij dat Ronse niet verder kwam dan een gelijkspel bij San Siro Deftinge en het honderd procent zekerheid had over het behoud.