Mauro Annicaert weet dat het duel tegen Evergem 2020 een stevige test wordt. Foto Dominique Lampo.
1k
372
Schonk SVK Maldegem zichzelf een levenslijn? Na ruime overwinningen tegen FC Poesele en Sint-Kruis-Winkel nadert het tot op zeven punten van het vijfde geklasseerde FC Eeklo. Bovendien is het ook leider in de periodestand. Voor wat het waard is natuurlijk na twee speeldagen. Zou het dan toch kunnen? We vroegen het in de aanloop naar het duel tegen Evergem 2020 aan Mauro Annicaert, een van de youngsters, in het team van Bjorn Cool.
“Je bedoelt of we nog een kans maken om er bij te zijn in de eindronde? Eigenlijk zijn we daar niet zo mee bezig. We weten dat we dit seizoen de verwachtingen niet inlosten en doen er alles aan om nog een mooi slot aan het seizoen te breien. De voorbije weken deden we onze job zoals het moest. Je kan stellen dat FC Poesele en Sint-Kruis-Winkel ploegen zijn uit de kelderverdieping en dat klopt natuurlijk, maar anderzijds loert er in deze reeks tegen elke ploeg puntenverlies om de hoek en is het ook tegen die minder hoog geklasseerde ploegen niet zo makkelijk om de volle buit te pakken. Positief is wel dat we qua efficiëntie stappen hebben gezet, al moet het nog beter. Wat die overwinningen waard zijn zal overmorgen wel blijken. Evergem 2020 is een ploeg van een ander kaliber, maar zeker niet onklopbaar. In de heenwedstrijd was het verschil trouwens niet zo groot. We keken er na tien minuten al tegen een 0-2-achterstand aan, konden het kloofje dichten, maar jammer genoeg slikten we in de slotfase nog een tegendoelpunt. Sterk geheel toch, dat Evergem 2020. En met Jesse Brouwers hebben ze een topspits in de ploeg. Ja, het wordt een stevige test.”
Annicaert lag bij enkele ploegen in de bovenste schuif, maar de zoon van ex-prof Anthony koos ervoor om bij Maldegem te blijven.
“Op zich was het niet zo’n makkelijke beslissing. Ik ben pas 17, maar het kriebelde om op het veld te staan en dit jaar zat ik behoorlijk vaak op de bank en waren mijn invalbeurten ook niet altijd heel lang. De voorbije weken kom ik meer op de voorgrond, dat wel. Ik had een goed gesprek met de coach en voel wel dat hij met mij verder wil. Het waren trouwens ook vooral ploegen uit onze reeks die interesse toonden. Van mezelf vind ik dat ik wel wat groeimarge heb en op termijn hoop ik ooit nog wel eens in de nationale reeksen te voetballen.”