Killian Overmeire speelde voor volle stadions en voelde als analist ook de spotlights op zich. Hoe anders voelt het dan om in de Kloosterstraat in Assenede je dubbel te plooien voor een tweedeprovincialer? Of hij zich nog ‘happy’ voelt in het Van Hoorebekestadion vroegen we hen.
“Tuurlijk, anders had ik er al zeker de brui aan gegeven. Maar ik geef toe dat het wat wennen is om in een voorbereiding samen met de beloften te trainen en hoop en al twintig mensen te hebben in die aanloop naar de competitie. Conclusie is toch dat je pas eind september, begin oktober echt vol aan de slag kan gaan. Dan liggen de festivals, de reisjes en de herexamens achter de rug en wil iedereen wel zijn plaatsje in de ploeg veroveren. Meer concurrentie en meer trainingsarbeid tilt elke ploeg dan wel naar een hoger niveau. Als trainer hoop je natuurlijk om met een heel stevige kern de competitie te beginnen, maar bij ons is de spoeling voorlopig wat dun. We verloren in het tussenseizoen wel wat vaste pionnen. Met Sybe Van Zeele en Thijs Roggeman verloor ik mijn centraal verdedigersduo, het vertrek van Joshua Boogaard is op offensief vlak natuurlijk een verlies en Inias de Rijcke verliet ook al de club. Bovendien kon ik de voorbije weken niet rekenen op spelers als Midas Hebbrecht, Cedric Cornette en Chukwudi Nnabuiki en nog enkele jongens. Je mag dus spreken van een experimenteel elftal met centrale verdedigers die het niet gewoon zijn om op die positie te spelen. Maar ondanks de 1 op 6 wil ik geen negatieve balans opmaken. We slikken maar twee doelpunten en hebben intussen stevige tegenstanders als Maldegem en Eeklo bekampt. Ook over de wedstrijdmentaliteit hoor je mij niet mopperen. We gaan dit weekend een goed resultaat proberen behalen tegen Zaffelare. Ik heb wel wat zicht op hoe de tegenstander in mekaar steekt en geef toe dat ik er niet rouwig om ben dat Gijs De Smet daar niet meer speelt. We gaan proberen om de puntjes tegen Zaffelare thuis te houden. Zwakke broertjes zitten er dit jaar niet in de reeks en het wordt dus zaak om niet onderin te blijven hangen.”