Op woensdag is vrouwenvoetbal vaste prik bij Kantine 11. Dit keer klopten we bij Sylvie Dooms aan voor een interview over Excelsior Mariakerke. De paarswitten hebben intussen een selectie van een vijftigtal speelsters en die geven dit seizoen het beste van zichzelf in eerste en tweede provinciale. Over anderhalve week gaat de competitie bij de vrouwen van start. Dooms heeft het gevoel dat haar ploegen er klaar voor zijn. Dat was ze als speelster ook wel.
“Ja, ik heb mijn eerste stapjes als speelster gezet bij Drongen. Ik was toen al achttien jaar oud, maar veel aanpassingsproblemen had ik niet. Als spits pikte ik wel vlot de doelpuntjes mee. Ik was vooral goed met de rug naar doel en daarvan profiteerden de spelers in mijn buurt wel. Het zorgde er wel voor dat ik in beeld kwam bij andere ploeg. Dominique Reyns, nu directeur vrouwenvoetbal bij AA Gent, probeerde me wel te strikken voor Cercle Melle en ook Merelbeke wou me er graag bij, maar ik ben heel lang bij Drongen gebleven. Op zeker ogenblik kwam ik op de radar bij Sinaai Girls en finaal hapte ik toch eens toe. Ik wou mijn kans wel eens wagen in het nationaal voetbal. Een zware knieblessure zorgde ervoor dat ik daar niet zo vaak gespeeld heb. Ik maakte van de nood een deugd, volgde een trainerscursus en werd coach van de B-ploeg in Drongen.”
De loopbaan van Dooms bleef niet beperkt tot Drongen en de Sinaai Girls. Dat het vrouwenvoetbal in Mariakerke floreert, hebben ze aan Dooms te danken.
“Het kriebelde wel om in Mariakerke een vrouwenvoetbalploeg op te starten en met enkele speelsters van Drongen besloot ik een tiental jaren geleden om er onze schouders onder te zetten. Het was van bij het begin een succesverhaal. In ons eerste seizoen werden we kampioen in derde provinciale en wonnen we de Hofman Cup, een jaar later gingen we met de titel lopen in tweede provinciale en waren we verliezen finalist in de Hofman Cup. Intussen draaien we al een tijd mee in eerste provinciale en is het luikje vrouwenvoetbal van Mariakerke wel een uit de kluiten gewassen vereniging. Vrouwenvoetbal zit sowieso in de lift, maar al zeker in Mariakerke. We tellen zo’n vijftigtal speelsters en die krijgen speelkansen in eerste en tweede provinciale.”
Uiteraard polst Kantine 11 graag naar de verwachtingen voor komend seizoen. Dooms weet dat de verwachtingen voor de A-ploeg behoorlijk verschillen dan die van de B-ploeg.
“Vorig seizoen eindigden we met de A-ploeg op de zesde plaats in eerste provinciale. We hopen beter te doen en lonken toch naar de top vijf. De B-ploeg was vorig jaar pas aan zijn tweede seizoen toe en slaagde erin om de titel te pakken in derde provinciale. Ze wonnen zeventien van hun achttien wedstrijden en ook hun doelpuntensaldo (108-11) wijst er wel op dat ze kwaliteiten hebben. Een reeks hoger wordt het natuurlijk andere koek en ik hoop dat ze weg blijven van de degradatiestreep. De A-ploeg kan ik trouwens beter inschatten. We hebben een heel goede groep, de meisjes hangen heel goed aan elkaar en de selectie wijzigt daar minder dan bij de B-ploeg. In het vrouwenvoetbal heb je wel het fenomeen dat vrouwen of meisjes er eens van proeven, maar dan ook afhaken. Daardoor wijzigt de selectie van die B-ploeg wel iets meer, maar ook daar zitten enkele heel goede speelsters bij. En als club hebben we sowieso altijd het beste voor met onze speelsters. Zo zijn we heel fier dat Fien Reidanus op de radar Anderlecht en daar nu probeert door te breken.”
Voor Dooms is het vrouwenvoetbal een deel van haar leven. Ze mag zichzelf een beetje duivel-doet-al noemen.
“De sportieve leiding van de A-ploeg is in handen van Kevin De Kesel en bij de B-ploeg is Filip Lossie de nieuwe T1. We zijn blij dat zij zich over die ploegen willen ontfermen, want trainers vinden voor het vrouwenvoetbal is niet zo eenvoudig. Maar een echt bestuur hebben we niet. Ik houd me bezig met de sportieve omkadering, met de kledij, met de sponsoring, noem maar op. Ik mag evenwel steeds aankloppen bij het bestuur van Mariakerke en daar heb ik een rechtstreekse lijn. Mijn man Karel is daar de GC.”