
Kevin Van Den Noorgaete trekt op zoek naar een nieuwe uitdaging, maar wil met Wetteren in schoonheid eindigen. Foto Dominique Lampo.
Zeg nooit nooit en al zeker niet in voetbal. Maar na de nederlaag van RFC Wetteren op het veld van Diksmuide Oostende lijkt Wetteren uitgeteld in de titelstrijd in tweede nationale. Maar de eerste periodetitel stak Wetteren wel op zak en de van ziekte herstelde Kevin Van Den Noortgaete wil toch nog een mooi slot aan het seizoen breien. Al weet hij hij dat het verhaal voor hem stopt bij Wetteren.
“Ik zat in december al eens rond de tafel met het oog op een verlengd verblijf, maar hield mijn antwoord toen in beraad omdat ik er nog niet echt zicht op had hoe de ploeg in elkaar zou steken. Ik had gehoopt dat er wel een nieuwe overeenkomst zou komen, maar intussen is duidelijk dat de club qua doelman een andere weg wil bewandelen. Ja, ik geef toe dat ik daarover wel wat ontgoocheld ben. Zelf voel ik me nog fit genoeg om minstens een jaar op nationaal niveau of bij een sterke eersteprovincialer verder te doen en kijk nu uit wat er op mijn pad komt. Op zich had ik het hier wel naar mijn zin. Met Matthias Goossens heb ik hier ook een goede keepertrainer en we hebben het zeker niet slecht gedaan dit seizoen. Maar goed, we zien wel wat er op me afkomt. Na de nederlaag in Oostende moeten we wel realist zijn en beseffen dat we geen rol meer zullen spelen in de titelstrijd. Maar dat bekent niet dat we geen ambitie meer mogen uitstralen. Het eindrondeticket hebben we al en we moeten er de komende weken nog het maximum proberen uithalen. Tegen Wielsbeke moeten we met veel gedrevenheid aan de aftrap komen en dan zien we bij een goed resultaat wel na dit weekend wat er nog mogelijk is. De voorbije twee weken was ik er door ziekte niet bij, maar de conclusie is misschien wel dat we er de voorbije weken te weinig in slaagden om negentig minuten top te zijn. De wedstrijd bij Erpe-Mere United zag ik niet, maar ik hoorde dat we toen goede met minder goede momenten afwisselden. Dat vond ik ook in Oostende. Onze eerste helft was heel goed. De organisatie was top en met een 0-0-stand halfweg was alles nog mogelijk. Jammer genoeg liep het in de tweede helft een stuk stroever en verloren we uiteindelijk.”