Ossama Msili hoopt de puntjes thuis te houden tegen Melsele. Foto Dieter Ros.
1k
372
In eerste provinciale is het duel tussen FC Latem en SK Denderhoutem een leuke affiche. Latem hield in de eerste wedstrijd de puntjes thuis tegen Sottegem, Denderhoutem haalde het zowel bij Hedes als tegen Svelta Melsele met het kleinste verschil. In de aanloop naar die wedstrijd hadden we een babbel met Ossama Msili van FC Latem.
Vorig weekend bye. Leuk is anders vermoed ik dan…
“Ja, dat is ook zo. We wonnen die eerste wedstrijd tegen Sottegem en dan wil je toch wat door gaan op dat elan. We hadden ook een heel goede wedstrijd en dan wil je graag in die ‘flow’ blijven. Maar we hebben er het beste van gemaakt. Dinsdag was er de ‘bieptest’ en donderdag zijn we dan ribbetjes gaan eten.”
Als ex-afstandsloper loop jij dan iedereen naar huis, toch?
“Meestal wel, maar dit keer niet. Christophe (Van Heyste) had niet gezegd dat die bieptest er aan kwam en het stoofvlees had net iets te goed gesmaakt. Andreas Rijckaert bleef dit keer het langst overeind. En de conclusie was toch dat we fysiek in orde zijn. Pluim voor Christophe en Bart.”
Mogen we stellen dat Latem klaar is om een hoofdrol te spelen in eerste provinciale?
“Dat hoor je me nog niet vertellen. In eerste instantie willen we in een sterke reeks ons verzekeren van het behoud. Ik heb het gevoel dat we op het einde van de rit in de buurt van de zevende plaats moeten kunnen staan. Vooral ook omdat we toch sterker zijn dan vorig seizoen. Bram Vrijens is een aanwinst op defensief vlak en je kan er niet om heen dat we met Lorenzo Berwouts en Daan Hooreweghe aanvallend wel wat troefkaarten hebben. Al is het op dat vlak ook nog wat zoeken hoe we dat op het veld invullen.”
De wedstrijd tegen Denderhoutem is een topper. Beide ploegen lieten nog geen steek vallen. Akkoord?
“Het klassement zegt nog niet zo veel en topper is misschien wel wat overdreven. Al vind ik het voor ons wel een test. Onbekende tegenstander ook, dat Denderhoutem, en dat maakt het wel interessant. Ik ken spelers als Yassin Badi en Amrani Ndikumana, maar verder reikt mijn kennis niet. We zien wel.”